U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boetendes"
Resultaten 1 - 4 van 4
- boetendes: Boetendes, der is spraok van daw op dat feest kommen zult (Eext)
- boetendes: Boetendes mag ik dat geern heuren (Valthermond)
- boetendien: boetendes
- sloothoouken: Wij moet hen sloothoouken, het is zun roege rommel en boetendes, wij hebt zeggen had, aans kriew boo (Eext)