U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boetenkaant"
Resultaten 1 - 3 van 3
- boetenkaant: De boetenkaant van het hoes möt neug ies weer varfd worden (Erm)
- rookkast: Een rookkast zat an de boetenkaant of binnenkaant van 't schörstien. Rook kwam deur een gat oet 't (Sleen)
- scheertörf: As de schippers een schip met törf laadden, dan mus de scheertörf an de boetenkaant zuver vlak lig (Borger)