U zocht voorbeeldzinnen met daarin "brödsel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- bestèuken: Dat brödsel is goed bestèuken
- brödsel: Er is niet veule van het brödsel terechte komen (Elim)
- brödsel: Een brödsel was gewoonlijk dartien eier; as het een dikke kiepe was wel vieftiene of zeuventiene (Wapserveen)
- brödsel: Het brödsel is goed bestèuken
- dambèrenbos: Het kippe haar een brödsel van twintig eier önder het dambèrenbossie (Beilen)