U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bredte"
Resultaten 1 - 4 van 4
- bredte: De jagers nammen het heideveld in ien keer in de volle bredte met (Padhuis)
- bredte: Kan het nich oet de bredte, dan mot het man oet de lengte (Barger Oosterveld)
- hoesplaots: Die hoesplaots har een bredte van 15 meter (Beilen)
- lengte: Kan het niet oet de lengte, dan möt het oet de bredte