U zocht voorbeeldzinnen met daarin "brengen"
Resultaten 1 - 20 van 90
- aker: As der een kleine geboren was, gungen de buurvrouwen een akertien beschutenmelk brengen (Nieuw Dordrecht)
- anbrengen: De eerpels brengen goud an (Een)
- anhangwagen: Hie wol een anhangwagen lienen um die rommel weg te brengen (Emmen)
- anjager: um dieselmotoren tot ontsteking te brengen (Westerbork)
- anwèeiing: Maar as ze vrogger uutslag kregen, wat ze niet thuus kunnen brengen, dan zeiden ze: dat zal wel een (Hollandscheveld)
- apperdepo I: Hij is niet van zien aprepo of te brengen (Beilen)
- benarring: Waor ze gien schoonmoeder ... vinden zul, die heur in benarring brengen kun
- brandiezer: Het veefonds gebroekt brandiezers um marken in de heurns an te brengen (Padhuis)
- brengen: Wij brengen de kraanten rond (Erica)
- brengen: Wij zult hum halen en brengen, zowied is het niet (Hooghalen)
- brengen: Hij ken altied een mooi nummertje brengen
- brengen: Ze kunt oe aoveral toe brengen (Hollandscheveld)
- briefien: Die hef niks in te brengen as lege briefies
- dichtstoppen: As ze de iemen naor de haide brengen, stoppen ze het ielgat dicht mit een toppie heui (Emmer Compascuum)
- eiber: De eiber vlug in de lucht, die komp je wat brengen (Zeyen)
- fetsoen: Het is mooi aj oen kiender in fesoen en ere groot kunt brengen (De Wijk)
- gatlikken: Naor beneden trappen en naor baoven gatlikken, daormit kunt ze het een ende brengen (Hoogeveen)
- gelag II: een hard gelag Binnen een maond tweei kiender hen het kerkhof te meuten brengen, is een hard gelag
- geluksspinnegien: Een geloksspinnegie mug ie niet doodmaeken; het zul gelok brengen (Dwingelo)
- geweld: Hij was met gien geweld van het plan of te brengen (Eext)