U zocht voorbeeldzinnen met daarin "briefien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- briefien: Kuj het ontholden of moet ik je een briefien metdoen (Sleen)
- buurt: Der möt een briefien de buurt deurstuurd worden
- deurgeven: As ter boerwark was, wuur der een briefien deurgeven (Padhuis)
- of'lezen: Ik heb je een briefien klaor maakt, dan kuj het zo oflezen (Oosterhesselen)
- verfronseln: Heb jij dat briefien verfronseld? (Erica)