U zocht voorbeeldzinnen met daarin "broes"
Resultaten 1 - 7 van 7
- blaozerij: Het is niks as broes en blaozerij (De Wijk)
- broes: De honden kregen eerder de broes oet de zei (Sleen)
- broes: Aj goed melkt, mutten op zien mienst 2 doem broes in de ummer staon (Ruinerwold)
- broes: Hij was zo kwaod, hij had het broes op de bek staon (Erica)
- broes: Hij is an de broes
- kok I: Ik en de kok en de keukenmaaid/Pisten in het potje dat het broes der op staait (Barger Compascuum)
- vergreld: Doou ze verkeerde dingen van hum zeden, wur hij zo vergreld, dat, hie kreeg broes op de mond (Eext)