U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 1 - 20 van 500
- achterholden: Kom der non mor èerlijk met veur de dag en vertel mij alles zunder daj wat achterholdt (Hijken)
- achterliek: Ik heb mij wat verslaopen en nou bin ik de hiele dag wat achterlijk mit het wark (Stuifzand)
- achtern I: Aj 's morgens late uut bedde koomt bi'j de hiele dag in het achtern (Noordscheschut)
- achternaolopen: De godganze dag kuj hum naolopen
- Adam: As e zo deurgeit en dag en naacht zwaor waarkt, dan krig e nog wel Aodam op rug (Vries)
- alle: Gen dag, alle gliek
- allegaar: Dag, allegaere (Dwingelo)
- Allerzielen: Mit Allerzielen zaten ie eerder de halve dag in de karke (Barger Oosterveld)
- an II: As ik de hiele dag rogge mut bienden, dan heb ik het er 's aovends goed an
- an II: Het mot de hele dag an
- an II: Wat hew een volk had, het leup de hele dag an (Zweelo)
- angel II: Hij zit de huile dag met de angel bie het deip (Emmer Erfscheidenveen)
- angrummen: Het hef de hiele dag wat angrumd (Sleen)
- anhèuren: Vrogger kwamen de bakker de slager en de krudenier iedere dag anheuren oj wat te bestellen hadden (Hoogeveen)
- anhold: As de koenen op stal bint hej er de hiel dag anhold met (Erm)
- anklèeien: Hij klaait de heile dag an, der komp hum niks oet de handen (Barger Oosterveld)
- anknuppen: Ie kunt er nog best een dag bij anknuppen
- anknutern: Ik heb de hele dag wat anknuterd met allerlei karweigies (Gasselte)
- anknutern: Hij laag de heile dag wat an te knuustern (Roderwolde)
- anranden: Zij hebt dat maegie op kloarlichte dag an eraand (Diever)