U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dagelijks"
Resultaten 1 - 5 van 5
- -lijk(s): dagelijks
- dagelijks: De dokter komp er dagelijks (Meppel)
- dagelijks: Het gebeurt mij dagelijks (Zweelo)
- kuier I: Het begunde op een morgen dat opa zien dagelijks kuierdien dee
- vort II: Dat zegt wij zo dagelijks vort (Sleen)