U zocht voorbeeldzinnen met daarin "damp"
Resultaten 1 - 4 van 4
- damp I: Bij het leverworst koken sluug de damp der of (Padhuis)
- damp I: Het peerd is zo nat van zwiet, damp slag er of (Drouwen)
- damp I: Zo ineeins komp der een aordige damp opzetten, net was het nog helder (Eext)
- dampig: Het was damp boven het water (Gieten)