U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dankdag"
Resultaten 1 - 4 van 4
- appelrilling: Hier was appelrilling op Dankdag
- dankdag: Dankdag is een bijdag, dan gaow oet (Zwinderen)
- meert: Mèert biddag en november dankdag
- november: Wij komt november dankdag (Stieltjeskanaal)