U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dichtbij"
Resultaten 1 - 4 van 4
- bekrupen: Dat is zo dichtbij, dat kans ja wel bekrupen (Eelde)
- gieren I: Het kind begunde haard te gieren, doou die groot hond zo dichtbij kwam (Eext)
- kepot: Ik heb dat ongeluk van dichtbij zeen, ik was der kepot van (Beilen)
- oetslaon: Wat een knap en zo dichtbij; het locht is oous oetslaogen