U zocht voorbeeldzinnen met daarin "diende"
Resultaten 1 - 7 van 7
- börgen: Disse börgstikke diende um de klinke te börgen (Smilde)
- dien: diende
- diende II: Nee, dissen meuj niet hebben, maar diende (Hollandscheveld)
- heufdraoi: Een heufdraoi diende veur het ontwaetern en scheiding en verdere bemetings (Smilde)
- hittepetit: Jantie diende in de stad en 't was al gauw een hittepetit (Diever)
- kruderig: Toen die hum het hemd van het gat vreug, worde hij krudig en diende hum hansem van repliek (Meppel)
- weergeven: Doe most hum dat speulgoud weergeven, dat is diende nich (Barger Oosterveld)