U zocht voorbeeldzinnen met daarin "doesterig"
Resultaten 1 - 4 van 4
- doesterig: Aj een aovend veule draank had hebt, dan kiek ie aordig doesterig toe (Zuidwolde)
- doesterig: Hij stötte zien kop, hij was ter doesterig van (Hoogeveen)
- doesterig: Het is zuk doesterig weer vandage (Klazienaveen)
- doezerig I: Te lange dagen, te korte nachten, gien wonder daj doezerig, ...doesterig wordt (Hoogeveen)