U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dokken"
Resultaten 1 - 7 van 7
- bente: De dokken under de pannen waren vaak van bente (Sleen)
- dok I: As het wat regenachtig is vandaag, dan kuj mooi dokken binden (Vries)
- dok I: Onder de holle pannen zaten dokken (Ruinerwold)
- dok I: Aj goeie dokken hebben wolden, waren ze maakt van bente (Hijken)
- dok I: De dokken van het oolde karkien bint er in het begin van dizze eeuw al ofhaald (Padhuis)
- dokken: Aj zo'n blauwe brief in huus kriegt, kuj er van op an daj dokken muut (Elim)
- dokken: Ik heb nog prebeerd der wat of te dokken