U zocht voorbeeldzinnen met daarin "draf"
Resultaten 1 - 10 van 10
- bienderd: Dat is toch zo'n bienderd, dende döt aaid in draf (Stieltjeskanaal)
- draf: Het peerd lèup in draf en de boer op een draffie (Hoogeveen)
- draf: Het pèerd hef een mooie draf an zuk (Sleen)
- draf: Wij moet wal op een draf naor hoes lopen, aw veur de bui binnen wilt wezen (Borger)
- hobbelpeerd: *Hup mien peerdtie op een draf/Morgen is het zaoterdag/Dan gaode wij naor Kampen/Haalt een schute vo
- kant II: Het pèerd is goed kant op de draf
- overklapper: Een overklapper, det is een peerd dat de achterbenen tegen de veurbenen tikt in draf (Pesse)
- schui: *Schui, mien peerdtie op een draf/Gaode wij naor Kaampen/Halen wij een schute vol witte brood/Een ee
- tallie-ho: Tallie-ho wör bai ous op het gruinlaand holden. Eerst een endie stapvouts, dan in draf en dan in ga (Roderwolde)
- veerkant II: Het peerd is goed veerkant op de draf