U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dreugen"
Resultaten 1 - 20 van 75
- anriegen: Bonnen anriegen um te dreugen
- attila: Vrogger dreugen de massiezees te peerde nestels over heur attila (Havelte)
- bakkersdril: Bakkers dreugen vrogger wal een broek van bakkersdril (Coevorden)
- belmusse: Een kniepmusse is een soort bellemusse mit lange nekken, zoas ze vrogger dreugen op 't Hooveine (Zuidwolde)
- bonker(d): De dikke striepkoren jassen, die de törfgravers dreugen - niet in het wark, maar 's aovends en 's m (Coevorden)
- broenwollen: Zo'n 50 jaor leen dreugen de vrouwlu 's aovends een broenwollen schoet (Padhuis)
- cape: Postboden dreugen seins 'n keep (Diever)
- dreuge I: Der stun zoveul water op de weg, ik kun der niet op een dreugen bijlangs kommen
- dreugen: De wind en de zun zult het wasgooud wel dreugen (Eext)
- dreugen: Hang de sokken mor even bij de kachel, dan kunt ze dreugen (Hijken)
- dreugen: De törf wil dut joor slecht dreugen (Barger Oosterveld)
- droeve: As de kèrels vroeger in de rouw wassen, dreugen ze een droefien (Oosterhesselen)
- fosserig: het Heui is wat fossig, het wil niet goud dreugen (Een)
- front: Vrogger dreugen de mannen een lös zwart front, soms ook een wit; het was mit baanties vast eknupt o (Diever)
- gaorenstok: Twee gaffels ien de grond, de gaorenstok der op en dan kun het gaoren der anhangen um te dreugen nao (Ruinerwold)
- gaorenstok: Ze hungen het gaoren te dreugen an de gaorenstok, die in een straampel van een paar bomen elegd word (De Wijk)
- geelstript: Vroeger dreugen de menschen hier geelstript en blauwstript boezeroenen (Nieuw Dordrecht)
- gliede: Bij het dreugen vul de knip oet mekaar, de gliede bleef hiel (Nieuw Dordrecht)
- gördel: Ze dreugen een gördel veur de kousen op te holden (Hoogeveen)
- greinen: De vrouwlie dreugen wel greinen rokken (Eext)