U zocht voorbeeldzinnen met daarin "driet"
Resultaten 1 - 9 van 9
- driet: Een driet op bedde is iene, die zien bedde voel mak (Havelte)
- driet: Hij was an de driet
- drieten: Hooi, hooi driet/ De wereld is zo wied/Beur op je staart/Laat vallen je flaart/Hooi, hooi driet
- heui III: Heuie, heuie driet/Beur op de starte/Laot vallen de flarte/Dan bi'j de bulte kwiet
- honderd: Honderd? Driet in de pot dat 't dondert (Dwingelo)
- hooi: Hooie, hooie hop/Beur op de starte/Laot vallen de flarte/Hooie, hooie driet/Beur op de starte/Bi'j d (Hoogeveen)
- kaarn: Al driet ie in de karn, het wil niet bottern (Geesbrug)
- knol: Dan driet ie een wanne vol/Eet ie een spiend/Het is allemaole wiend (Ruinerwold)
- nat II: een plagge, .... driet (Sleen)