U zocht voorbeeldzinnen met daarin "drillen"
Resultaten 1 - 8 van 8
- dekbeer: Het spek van een olde dekbèer kan zo drillen (Dwingelo)
- drillen I: Zit toch niet zo te drillen (Hoogeveen)
- drillen I: Bij het touwdreeien moej oppassen dat het niet giet drillen (Dwingelo)
- drillen I: Het gaoren moej op die dreei klossies drillen (Eext)
- drillen I: Moej dend ies zien drillen met de kont
- drillen I: Kind, gao non is even rustig zitten, hol ies op te drillen (Hijken)
- drillen II: Hij had een drillen broek an (Erica)
- Pielarpen: Hen Pielarpen hen aepen drillen (Dwingelo)