U zocht voorbeeldzinnen met daarin "drukken"
Resultaten 1 - 18 van 18
- drukkeln: drukken
- drukken: Wij laot kaorties drukken (Gieten)
- drukken: Dat mag hum de pette nich drukken
- drukken: Hol is op aal te drukken, ik kan ja niet wieder veuroet (Eext)
- drukken: Most nait zo stief op die knobbe drukken (Emmer Compascuum)
- drukken: A'k hen het hoesien moet, moe'k er zo tegen drukken (Zweelo)
- drukken: Zit niet aal hen te drukken, doe mor is een beetie (Drouwen)
- drukkend: drukken
- duwen: drukken
- ham I: Met gresmeien moej de ham an de grond drukken (Schoonlo)
- kakken: Dei hier komt kakken/En wil het nich zakken/Dan mot hij mar drukken/Dan zal het wal lukken (Barger Oosterveld)
- nagel: Hie hef gien nagel um een luus dood te drukken (Meppel)
- nak I: drukken
- stevel: Die man mot hum maor in de stevels drukken
- verzet I: IJ kunt trekken en drukken, wat oj wilt, der komp gien verzet in (Eext)
- veuroet: Hol op te drukken, ik kan niet wieder veuroet (Eext)
- voor I: Dat voor heui is niet te drukken (Padhuis)
- wichtergenaode: Wichtergenaode wör joe ofdwongen deur joe met de vinger op de neus te drukken (Peize)