U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dwarsbongel"
Resultaten 1 - 3 van 3
- bongelderij: Wat hej nou an die bongelderij, wees toch niet zo'n dwarsbongel (Wapserveen)
- dwarsbongel: Een dwarsbongel is eine, dei altied tegenproot of het altied beter wet (Barger Oosterveld)
- parg: Wat is det jao een parg, det is een echte dwarsbongel (De Wijk)