U zocht voorbeeldzinnen met daarin "elstok"
Resultaten 1 - 8 van 8
- elstok: Hij hef de elstok op de teunbaank liggen (Balloo)
- elstok: Hie hef hum der een best èende met de elstok overstreken
- elstok: Hie hef de elstok deursleuken
- elstok: *Alles met maot, zee de snieder en gaf 't wief wat met de elstok (Norg)
- mannefacturen: Die kerel, die mannefacturen verkoch, hef een elstok neudig (Elim)
- maotstok: Kooplu die bij de weg lupen, meetten de rollen goed met een maotstok of elstok (Stieltjeskanaal)
- snieder: Aal dingen met maot, zee de snieder en gaf het wief klappen met de elstok (Anderen)
- teunbank: Hij hef de elstok op de teunbaank liggen (Balloo)