U zocht voorbeeldzinnen met daarin "eui"
Resultaten 1 - 11 van 11
- damesfiets: eui
- eui: Op de schaopenmaark he'k een eui en een ram kocht (Eext)
- eui: Die toom jonge knienen is mor één eui bij (Broekhuizen)
- euigien: eui
- euigien: Wat een lange eui is dat
- hofhek: (...) en de eui bij het hofhek stun te blèren
- moorhaas: As een haas jongen hef, wordt de eui moerhaas nuumd (Schoonebeek)
- scheper: Scheper, scheper utentuut/Hef zien beste eui verbuut (Sleen)
- scheper: De eui, die had zo'n snötterige neuze/Dat is oes scheper zien boterdeuze
- toerlang: Veur een toerlang hew twie lammer bij de eui kregen
- verbuten I: *Scheper, scheper, rutentuut/Hef zien best eui verbuut etc. (Padhuis)