U zocht voorbeeldzinnen met daarin "fats"
Resultaten 1 - 12 van 12
- fats: De fats hef hij en aanders niks heur
- fats: Die lu hebt de fats (Uffelte)
- fats: Hij had de fats in de portemenee (Hoogeveen)
- fats: De fats kuj kriegen!
- fats: Ik kreeg die olde klokke veur een fats in de haanden (De Wijk)
- fats: Hij is an de fats (Meppel)
- fats: *De fats en de tats en de fiegus as fooi
- fats: Hej hum wat geven? De fiegus en de fats
- fatsenmaker: Wat die kerel vertelt is allemaole kwats, een fatsenmaker, het is allemaole fats (Zuidwolde)
- tats: de fats en de tats
- tats: Hij kreeg de fats en de tats
- tats: de fats en de tats en de fiegus as fooi (Hollandscheveld)