U zocht voorbeeldzinnen met daarin "fietstas"
Resultaten 1 - 3 van 3
- flep I: De flep van de fietstas weide omhoog (Balloo)
- overjas: Ik heb de overjas in de fietstas, as het ies begunt te regen (Sleen)
- pikken III: Iene hef mij de haas oet de fietstas pikt (Sleen)