U zocht voorbeeldzinnen met daarin "flank"
Resultaten 1 - 7 van 7
- flank: Dat peerd is wat kreupel, het zit hum in de flank (Borger)
- flank: Vroouger gaven ze de peerden een slag met de leide over de flank (Norg)
- flank: Mit exerceren gaoj links oet de flank en rechts oet de flank (Barger Oosterveld)
- flank: links in de flank, rechts in de flank (Buinen)
- flank: De trein hef de auto in de flank grepen (Eext)
- flank: Ik had de wind in de flank, toen ik op de fiets hen Emmen gung (Odoorn)
- flank: Het leger weur in de rechter flank anvallen (Beilen)