U zocht voorbeeldzinnen met daarin "flappen"
Resultaten 1 - 3 van 3
- flap: Die hef grote flappen van oren, het is een flapoor (De Wijk)
- flappen: Het wil niet recht liggen blieven, het begunt aal weer te flappen (Balloo)
- flapper(d): Hij hef flappen van oren (Grolloo)