Ook: fleum (Midden-Drenthe), flume (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
vlies, vel(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Der lig een fluumpien op het water
dol
Ik moet dat raam waschen, der zit haost een fluum op. IJ kunt je naam der op schrieven (Sleen)
Der lig een fleum op de melk (Hijken)
En der komp een fluum veur zien ogen
z. ook
vluus
fluim
Hij speide een flume uut de bek
z. ook
geslachtsdeel(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Dat varken hef de flume rood, hij is ruis (Zuidwolde)
z. ook
plume