U zocht voorbeeldzinnen met daarin "fonds"
Resultaten 1 - 5 van 5
- fonds: IJ moet je beeist in het fonds hebben; aj wat kriegt bi'j aans min oet (Eext)
- fonds: Hij was net uut het fonds egaone, en toe gunk hum een koe dood (Broekhuizen)
- fonds: Ik bin al jaoren schatter bij het fonds (Diever)
- schetsen: De schatters komt oous kaalver schetsen, zie mout in het fonds (Eext)
- taxeerder: Veur het fonds mot eerst een taxeerder kommen (Beilen)