U zocht voorbeeldzinnen met daarin "fossen"
Resultaten 1 - 12 van 12
- foeken: fossen
- fos: De gerdienen hungen in fossen veur de glaze (Sleen)
- fos: Bin ie weer an het boompien klummen ewest? De fossen hangt oe an het lief
- fos: viefentwintig bij fossen uut de binnenbuse (Coevorden)
- fos: in een fossen
- fosseln: fossen
- fossen: Het wil under het meien nog wal ies bij mekaar fossen (Emmen)
- fossen: Wat hej daor toch te fossen (Beilen)
- fosserig: De zende zit niet goed an de boom, hij meit zo fosserig het zit in fossen
- naogaarder: Dan kwam iene met een vörk. Die höw de fossen lös en dan kwam de naogaarder (Sleen)
- rafelig: Het is raofelig, de fossen hangen der bie (Emmer Erfscheidenveen)
- zölfbinder: As ie mit een zölfbinder warkten en koren was wat liggerig, dan kreej aal van dei malle fossen (Barger Oosterveld)