U zocht voorbeeldzinnen met daarin "franie"
Resultaten 1 - 4 van 4
- franie: Wat hef die de boks kepot, de franie hangt der under an (Sleen)
- franie: Zij had een jurk met franie (Dalen)
- franie: Ene die hoogdravende taal sprek met allerlei vrumde woorden, die hef teveul franie (Beilen)
- franie: Van aal die franie moet ik niks hebben (Borger)