U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gaffeln"
Resultaten 1 - 3 van 3
- gaffeln: Jonges, wij bint veer keer aover de legge hen ewest, we mut eerst gaffeln (Ruinerwold)
- gaffeln: IJ moet dat stro even gooud lös gaffeln (Gasselte)
- gaffeln: Dat moe'k nog gauw even terecht gaffeln (Gasselte)