U zocht voorbeeldzinnen met daarin "galpen"
Resultaten 1 - 7 van 7
- galpen: Gilpen is even fiener as galpen (Eext)
- galpen: Stille, jonges, ik heure mien mo galpen (Diever)
- galpen: Ze wollen mooi zingen, mor het dreide op galpen oet (Hooghalen)
- galpen: Heur hum ies weer galpen op de dèle, het giet hum zeker naor 't zin (Ruinerwold)
- galpen: As een kuken de klok verleuren hadde, dan luup e te galpen (Sleen)
- galpen: As de hond de hoel van de fabriek heurde, deed e niks as galpen (Borger)
- gegalp: galpen