U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gaps"
Resultaten 1 - 4 van 4
- gaaps: Het is daor zo gaps; aj an het eten bint, kunt ze je boeten de happen in de mond tellen (Anderen)
- gaaps: Zo wil ik die gerdienen niet hebben, dat is mij veuls te gaps (Eext)
- gaaps: Ze hebben gain bloume veur het raam, dat liekt wel zo gaps (Valthermond)
- gaps I: De peerden kregen een gaps haver op de haksel (Borger)