U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gebam"
Resultaten 1 - 4 van 4
- bonzen: Dat gebam mit dat heien bonst oe deur de hoed hen (Pesse)
- gebam: De muziek rippeteert in de aole schoel naost oes, het is een gebam van jewelste (Nieuw Dordrecht)
- gebam: Wat gebam is dat,
- gebam: Is dat gebam nou ies of elopen? (Hollandscheveld)