U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gebrek"
Resultaten 1 - 20 van 33
- angeboren: Dat is een angeboren gebrek (Beilen)
- arfelijk: Dat gebrek is arfelijk (Emmen)
- beter: Bij gebrek an beter zal ik dit wal nimmen (Sleen)
- gebrek: Het is een gebrek aj gien goeie spullen hebt um met te warken (Padhuis)
- gebrek: Ik heb gebrek an geld (Dwingelo)
- gebrek: Wie mut er tegenwoordig nog gebrek lien ien oes laand (Ruinerwold)
- gebrek: Paartie begunt bij gebrek an woorden te houwen (Eext)
- gebrek: Bij gebrek an een betere moew het er mar mit doen (Wapserveen)
- gebrek: Hij hef een gebrek, hij stöttert (Nieuw Amsterdam)
- gebrek: gebrek
- gebrek: Hij hef gien best gebrek (Mantinge)
- gebrek: Hef disse koe ook een verbörgen gebrek?
- gebrek: Hij haar ein gebrek, hij zeup teveul (Barger Compascuum)
- gebrek: *Elke gek het zien gebrek
- gebrek: Gebrek hef gien neuze en ongeliek hef een bochel (Meppel)
- gek I: Ieder gek hef zien gebrek (Padhuis)
- kommer: In dat kosthoes kom je umme van kommer en gebrek (Weiteveen)
- kwaod II: Hie hef 'n kwaod gebrek (Sleen)
- lek II: Elk mens hef zien lek en gebrek
- let II: Hie hef naargens gien let of gebrek van (Anderen)