U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gebrekkig"
Resultaten 1 - 9 van 9
- gebrekkelijk: gebrekkig
- gebrekkig: Hai löp zo gebrekkig, hai kon wel ain breuk hebben (Valthermond)
- gebrekkig: Dei man lop echt gebrekkig (Barger Oosterveld)
- gebrekkig: Een gebrekkig kind (Klazienaveen)
- gebrekkig: Hij kun man gebrekkig Roswinkels praoten (Roswinkel)
- gebrekkig: Hij is gebrekkig
- gebrekkig: Een gebrekkig leddertien (Sleen)
- gebrekkig: Hij hef een gebrekkig stuk gereidschap (Barger Compascuum)
- tieken II: Hie is wat gebrekkig, hie is van God getiekend (Emmen)