U zocht voorbeeldzinnen met daarin "geheim"
Resultaten 1 - 11 van 11
- geheim I: Ik ken een man, die is mit een geheim het graf ingaon
- geheim I: As je een geheim verteld wordt, dan moej het ok een geheim laoten (Hijken)
- geheim I: Hij kan gien geheim bewaren (Hollandscheveld)
- geheim I: Hie dee het in het geheim (Sleen)
- geheim I: Nou, daor maakt hij ok gien geheim van (Klazienaveen)
- geheim II: Niet verder vertellen, dat möt geheim blieven (Padhuis)
- geheim II: Doe nou niet zo geheim (Klazienaveen)
- geheim II: Hie is der aordig geheim met (Sleen)
- geheim II: Wat een geheim gedoe! (Dwingelo)
- gemak: Op het geheim gemak (De Wijk)
- verbörgen: Het was geheim, het mus verborgen blieven (Wapserveen)