U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gelag"
Resultaten 1 - 13 van 13
- gelag I: Dei bestelt, mot het gelag betalen (Barger Oosterveld)
- gelag I: Haarm betaolt vandaog het gelag, hie hef net een dikke pries wonnen in de lotterij (Eext)
- gelag I: Hij mot het gelag betalen
- gelag I: Een gulden in het gelag geven
- gelag I: Zij bint mit de klompen in het gelag ekomen (Diever)
- gelag I: lelijk in het gelag kommen
- gelag II: een hard gelag Binnen een maond tweei kiender hen het kerkhof te meuten brengen, is een hard gelag
- gemienschup: De gemienschup mut 't gelag weer betalen
- gulden I: Een golden in het gelag geven
- hard: Het was een hard gelag (Westdorp)
- heui I: Krek berekend gelag: de kou dood, 't heui op en krek maaidag (Roderwolde)
- klomp: Hij komt mit de klompen in het gelag (Barger Oosterveld)
- stuur: Het was een hard gelag, dat hèur eerste kind over stuur gaon is