U zocht voorbeeldzinnen met daarin "geloop"
Resultaten 1 - 5 van 5
- achtermekaar: Het was een geloop aal achter 'nkander weg, ...vort
- bel II: Ik bin bel van al dat geloop an de deure (Beilen)
- geloop: Toen zien moeder dat geloop veur de bienen dikke begunde te vervelen, gaf ze hum een paar haandties
- geloop: Een geloop en gedraaf
- geloop: Dat wicht hef veul geloop um de deur