U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gemoed"
Resultaten 1 - 5 van 5
- condoleren: Ik had het gemoed vol, toen a'k hum condeleerde (Elim)
- gemoed: As ik naor mien gemoed te wark gunk, brak ik hum de bienen (Ruinerwold)
- gemoed: Het gemoed schöt je vol aj dat almaol heurt (Oosterhesselen)
- gemoed: Hij waarkt hum op het gemoed (Dwingelo)
- gemoed: (...) en daorum begunde ze W. op het gemoed te speulen