U zocht voorbeeldzinnen met daarin "genarmd"
Resultaten 1 - 4 van 4
- genarmd: Zuw genarmd lopen? (Zweelo)
- genarmd: Zij loopt al genarmd
- genarmd: Vrogger worde bij de boer niet vake genarmd elopen; aj der ies een paar zagen, zèren ze wel ies: di
- wark: Het is groot wark mit die beide, zij loopt al genarmd