U zocht voorbeeldzinnen met daarin "genieten"
Resultaten 1 - 4 van 4
- genieten: Murgen is het mooi weer, dan gao wij der van genieten (Hollandscheveld)
- genieten: Ze kunt nog mooi een paar jaor genieten van heur pensioen (Beilen)
- onbezörgd: Wat fijn, aj zo onbezörgd van de olde dag kunt genieten (Noordscheschut)
- umstander: Een goeie verteller, daor kunt de umstaanders van genieten (Wapserveen)