U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gesleuten"
Resultaten 1 - 5 van 5
- behang: Dat is een mooi gesleuten behang
- boek I: Die kèrel is net een gesleuten boek, ie kriegt er gien woord oet (Beilen)
- gesleuten: Dat is een mooie, gesleuten koe (Geesbrug)
- gestopt: Gesleuten of gestopt wordt meer gebruukt bij koeien as bij peerden (Coevorden)
- Keuls: Hij is zo gesleuten as een Keulse pot (Coevorden)