U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gespikkeld"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gespikkeld: Het wordt mij gespikkeld veur de ogen (Klazienaveen)
- gesprenkeld: gespikkeld
- kieft: Een kiewiet legt ain gespikkeld ai (Norg)
- oelveren: Een oeleveerde hen hef een stuk of vier kleuren: zwart, broen, gries, wit gespikkeld (Geesbrug)
- vliegenstront: Het zit under de vliegenstront, het is er hielemaole gespikkeld van (Koekange)