U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gesprek"
Resultaten 1 - 20 van 20
- anknuppen: Krekgeliek wat veur gesprek oj met hom anknupt, je komt aaid in de politiek terecht (Eexterveen)
- bestieven: Ik heurde lest een mooi gesprek over hum, maor ik bestief of het waor is (Peize)
- deurslag: Det gesprek gaf de deurslag (Ruinen)
- diepgaond: Ze hadden een deeipgaond gesprek (Eext)
- gesprek: Ie kunt mit hum het gesprek niet op gang holden (Barger Compascuum)
- gesprek: Ze waren goed in het gesprek
- gesprek: 't Duurde maor even, toen waas het gesprek lös vanzulf (Roden)
- gesprek: Het is het gesprek van de dag
- gesprek: Dat was een goud gesprek (Eelde)
- gesprek: een lang gesprek (Coevorden)
- gesprek: Daor hew een hiel gesprek over had (Emmen)
- gesprek: We kwamen met mekaar in gesprek, en toen bleek daw nog wat familie van mekaar waren (Beilen)
- gesprek: Het gesprek stokte (Dalen)
- gesprek: Het kwam zo ien het gesprek te passe (Ruinerwold)
- ofleiden: Uut het gesprek kun ik wel ofleiden dat hij der weinig zin in had (Broekhuizen)
- openhartig: Het was een openhartig gesprek (Valthe)
- rondkommen: Deur een goud gesprek binnen wai rondkommen (Norg)
- stoeken I: Het gesprek stoekte, toen der ien binnenkwam (Kerkenveld)
- stokken: Het gesprek
- stroef: slei, (fig.) Dat gesprek leup nogal stroef (Klazienaveen)