U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gestopt"
Resultaten 1 - 4 van 4
- gesleuten: gestopt
- gestopt: Een gestopt biesien is wat körtachtig, wat vleisachtig, kört en bried (Zuidwolde)
- gestopt: Dat beesien was een beetien te gestopt (Vledder)
- gestopt: Gesleuten of gestopt wordt meer gebruukt bij koeien as bij peerden (Coevorden)