U zocht voorbeeldzinnen met daarin "getuge"
Resultaten 1 - 4 van 4
- getuge: Hie mot getuge weden, hie mot met veur het recht (Gasselte)
- getuge: Hij was getuge bie oes trouwen (Barger Oosterveld)
- getuge: Bin ie der getuge van west?
- getugengeld: Hij was wal getuge, mor hij hef nooit getugengeld beurd (Hijken)