U zocht voorbeeldzinnen met daarin "geubel"
Resultaten 1 - 7 van 7
- geubel: Het pèerd leup veur de boom aal in 't ronde, de geubel dreide en in de schure weur het zaod dörst (Hijken)
- geubel: Wist doe even peerdmennen achter de geubel (Valthermond)
- geubelgat: geubel
- geubelgat: De dörsmachiene wuur andreven deur de geubel, die deur pèerde rondtrökken wuur; de geubel was pla (Oosterhesselen)
- mangat: geubel
- rond I: De geubel gung aal mor rond
- spil I: De spil van de geubel mus smeerd worden (Exlo)