U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gewaarworden"
Resultaten 1 - 3 van 3
- gewaarworden: Ik deinke, ik mut er maar is even inkieken, wij bint ja zo lange niks van mekaar gewaarworden (Nieuw Amsterdam)
- gewaarworden: 't Rechte bin ik nich gewaarworden
- gewaarworden: Het is non al vief jaor leden dat ze R. de fiets ofsteulen, mor de daoders binw nooit gewaarworden (Hijken)